Hijs de vlag: het hoogste punt is bereikt! Een traditie is het inmiddels, op de meeste bouwprojecten. En een mooie traditie, wat ons betreft. Het is het moment bij uitstek om te kijken wat al bereikt is en wat nog gaat komen. Zo ook in Bladel, waar we als directievoerder werken aan de bouw van het nieuwe gemeenschapshuis in het dorp.
Donderdag 30 mei, twaalf uur. De geur van verse friet verspreidt zich over de noordkant van de markt in het Brabantse Bladel. De gemeente, opdrachtgever voor het nieuwe gemeenschapshuis in dit dorp, liet een frietkar komen om het hoogste punt van het gebouw te vieren met iedereen die bij het project betrokken is – van architect tot en met monteur. Bram Jongejan (Stevens Van Dijck): “Zo’n bouwproject draag je samen. Daar heb je iedereen bij nodig. En dat heeft deze opdrachtgever erg goed begrepen.”
De gulden weg
Een korte rondleiding door het gebouw brengt de complexiteit van dit project goed in beeld. Het bestaande voormalige kantoorpand is van binnenuit volledig gestript en opnieuw opgebouwd. Alleen de muren zijn blijven staan. Van het originele dak is een stuk afgezaagd, en vervangen door een enorme driehoekige constructie waardoor van bovenaf overvloedig licht het gebouw binnenvalt. De aanzet voor de nieuwe trappen is al te zien, net als de contouren van de forse theaterzaal en de bijbehorende kelderbak. “Gedurende een project kom je allerlei uitdagingen tegen. Niet alles is van tevoren te voorzien. Bijvoorbeeld omdat keuzes in een bestaand gebouw als dit worden gemaakt op basis van de tekeningen die voorhanden zijn”, vertelt Jeroen Boele (Stevens Van Dijck). Als voorbeeld noemt hij het binnenspouwblad van het bestaande gevelmetselwerk dat in het nieuwe ontwerp als zichtwerk wanden in de foyer was voorzien. Dit bleek een stuk minder vlak dan vooraf verwacht en gaf niet het beoogde resultaat. Stevens Van Dijck denkt dan mee over een oplossing. Soms is het zoeken naar een goede middenweg tussen de praktische uitvoerbaarheid, budget, tijd en het beeld dat de architect voor ogen heeft. “Als het nodig is, hakken wij de knoop namens de opdrachtgever door. Maar in dit geval is de architect gelukkig ook pragmatisch ingesteld. Dat werkt prettig.”
Kwantiteit én kwaliteit
De planning, het budget en andere criteria: het zijn belangrijke pijlers voor ieder bouwproject. Maar wat ook helpt, legt Bram uit, is dat je normaal tegen elkaar kunt blijven doen. “Op de koffie bij de aannemer, een flauwe grap maken met de verantwoordelijk wethouder en een opdrachtgever die ruimte biedt, zodat wij ons werk goed kunnen doen: dat alles leidt hier tot een enorm prettige werksfeer.” Bij dit project, maar ook bij andere projecten van Stevens Van Dijck is die sfeer belangrijk, zo licht hij toe. “Mensen zijn dan geneigd om net een stap extra te zetten. De viering van zo’n hoogste punt draagt daaraan bij.”
Geheim van het spel
Als je door je oogharen kijkt, zie je hier de bruisende plek die dit gemeenschapsgebouw straks voor Bladel en omliggende dorpen moet worden. De grote verenigingen zetelen straks in dit pand, samen met de bibliotheek. Vanuit Stevens Van Dijck is naast Bram en Jeroen ook Dirk Krus betrokken, die zijn werk combineert met de laatste loodjes van zijn master bij de Technische Universiteit Eindhoven. “Meewerken aan dit project is voor mij een snelle leerschool. Er zijn zoveel partijen betrokken, en er zijn zoveel zaken waarmee je rekening moet houden. Dat in balans houden is een spel. En dat spel leer ik hier nu in de praktijk.” Wat is hét geheim om dat spel goed te spelen? Jeroen: “Toon begrip voor elkaars positie. Iedereen werkt hard om het beste uit het project te halen. Dat moet altijd het uitgangspunt zijn.” Bram: “Op gezette tijden respect hebben, en soms lekker eigenwijs zijn. Want ook dat laatste is soms keihard nodig om iedereen op een lijn te krijgen.”